Enig idee waarom je nog steeds af en toe twijfelt of je d, t of dt moet schrijven? Wist je dat je met een prima cijfer voor Nederlands van school kunt komen zonder de werkwoordspelling te beheersen? Een paar gedachten over hoe zoiets ontstaat vind je hierna. Herkenbaar?
Oprechte verbazing bij de achtstegroeper, toen hij hoorde dat hij in de brugklas nog steeds Nederlands zou krijgen. Engels, Duits, Frans: dat was logisch. Maar wat er nog te leren viel na al die jaren ‘taal’ was hem een raadsel. En eigenlijk had hij gelijk, wat de grammatica betreft. Eigenlijk ben je in het voortgezet onderwijs vooral bezig met herhalen van de grammatica, en oefenen, oefenen, oefenen. Vervolgens wordt het in de bovenbouw niet meer getoetst, en krijg je zelden een antwoord op de vraag “Waarom heb ik dit nodig?”. Tja, voor die vreemde talen… altijd dezelfde dooddoener. Want waaróm dat zo is, hoor je weer niet.
Hoe zwaar telt elke fout? Stel je voor: een spellingstoets met vijftig vragen. Hoeveel fouten mag je maken om toch nog nét voldoende te halen? Dat hangt helemaal van de docent af. Rekent die een vaste puntenaftrek per fout, of stelt hij een minimum vast dat in elk geval bereikt moet worden? Het kan best zijn dat je met tien fouten toch net een zes haalt. Daarmee schrijf je dus eigenlijk twintig procent van de lastige woorden fout. Of gok je verkeerd bij een op de vijf d/t-kwesties. Dat vind ik véél.
De ellende van het gemiddelde. Voor Nederlands slaag je, zoals voor elk vak, wanneer je gemiddeld ‘goed genoeg’ bent. Het eindgemiddelde mag niet onder een bepaald minimum komen, maar hoe dat gemiddelde is opgebouwd maakt niet uit. Zo kan het gebeuren dat leerlingen jaar in, jaar uit vette onvoldoendes halen voor toetsen ontleden en spelling, en toch overgaan omdat ze het compenseren met briljante opstellen, mooie boekverslagen en actieve deelname aan discussies. En als je bij je eindexamen maar genoeg goede antwoorden geeft, kun je ook daar de eventuele spelfouten compenseren.
Zo kom je met een keurig diploma van school, zonder echt goed te kunnen spellen, en zonder de grammatica te snappen. Misschien ben je zelfs goed in Nederlands, en vind je het een leuk vak. En snap je toch niet alles. En blijf je dus je verdere leven twijfelen aan je eigen schrijven.
Los van sollicitatiebrieven die in de prullenmand belanden, los van de afhankelijkheid van andermans hulp als je een correctieronde wilt, los van de klantwegjagende tenenkrommende tekst die je op je eigen website knalt… het ergste is de twijfel waar die niet nodig zou moeten zijn.
Want de meeste regels zijn simpel. En met taalgevoel hebben ze niets te maken: gewoon een kwestie van leren én begrijpen, en vervolgens consequent toepassen.
Misschien was je niet gemotiveerd genoeg op school om het anders aan te pakken… maar als je dat nu wél bent zul je het snel onder de knie hebben: het is echt een kwestie van een kwartje dat moet vallen. En dan is het net als fietsen: je verleert het nooit meer!